Bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst wordt tussen de werkgever en werknemer een schriftelijke arbeidsovereenkomst opgesteld en ondertekend. De wet stelt enige vereisten aan de inhoud van de arbeidsovereenkomst. De naam en woonplaats van de werkgever en werknemer moet worden benoemd en ook de datum van indiensttreding. Daarbij worden er vaak verschillende bedingen opgenomen in de arbeidsovereenkomst. Denk bijvoorbeeld aan een proeftijdbeding of een geheimhoudingsbeding. Een ander beding wat vaak wordt opgenomen in de arbeidsovereenkomst is het relatiebeding.
Na het lezen van dit artikel weet u precies wat zo’n beding inhoudt.
Wat is een relatiebeding?
Het staat de werkgever en werknemer in beginsel vrij om een dergelijk beding op te nemen in de arbeidsovereenkomst. In sommige branches zoals de zakelijke dienstverlening zal een relatiebeding sneller worden opgenomen dan in andere branches.
Met het opnemen van zo’n beding in de arbeidsovereenkomst wordt het de werknemer verboden na het einde van de arbeidsovereenkomst met name bestaande relaties van het bedrijf van de werkgever te benaderen of te bedienen.
Een relatiebeding kan de werknemer beperken op de arbeidsmarkt. Een beding kan er als volgt uitzien:
Het is werknemer zonder uitdrukkelijke toestemming van werkgever verboden om tijdens, of binnen 12 maanden, na beëindiging van de arbeidsovereenkomst klanten, en/of andere relaties van werkgever te benaderen.
Uit het voorbeeld blijkt dat het de werknemer is verboden om na het einde van de arbeidsovereenkomst binnen 12 maanden contact te leggen met relaties van de werkgever. Een relatiebeding kan nog strikter worden opgesteld door bijvoorbeeld een boetebedrag op te nemen bij overtreding van het beding.
Is het relatiebeding vormvrij?
De wet zegt niet dat een relatiebeding moet worden opgenomen in een arbeidsovereenkomst. Het staat de werkgever en werknemer vrij om een beding op te nemen in de arbeidsovereenkomst.
De wet stelt echter wel strenge eisen wanneer een relatiebeding wordt opgenomen in de arbeidsovereenkomst. Dit blijkt uit artikel 7:653 BW:
Een beding tussen de werkgever en de werknemer waarbij deze laatste wordt beperkt in zijn bevoegdheid om na het einde van de overeenkomst op zekere wijze werkzaam te zijn, is slechts geldig indien:
a. de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is aangegaan;
b. de werkgever dit beding schriftelijk is overeengekomen met een meerderjarige werknemer.
Hoewel dit artikel ziet op het concurrentiebeding is in de jurisprudentie uitgemaakt dat de vereisten genoemd onder a) en b) ook zien op het relatiebeding. Daarover straks meer.
Onbepaalde tijd
Een relatiebeding kan in principe alleen worden opgenomen in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Toch is het mogelijk om een relatiebeding op te nemen in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (tijdelijk contract). De werkgever moet schriftelijk motiveren dat het beding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. De motivering moet goed worden omschreven door de werkgever en de belangen moeten worden benoemd in de arbeidsovereenkomst. Een enkele zin hierover is onvoldoende. Laat de werkgever na om een motivering op te nemen? Dan is het relatiebeding ongeldig.
Meerderjarige werknemer
Een werkgever kan geen relatiebeding opnemen in een arbeidsovereenkomst met een minderjarige werknemer. Doet de werkgever dit wel? Dan is het relatiebeding ongeldig.
Schriftelijk overeengekomen
Wellicht de belangrijkste vereiste die is gesteld aan het relatiebeding, maar de wet geeft geen verdere invulling over dit vereiste.
Dit heeft de Hoge Raad gedaan in het arrest Philips/Oostendorp. In dit arrest ligt de focus op het concurrentiebeding, maar de Hoge Raad heeft bevestigd dat de strenge eisen van artikel 7:653 BW ook gelden voor het relatiebeding.
“Aan het schriftelijkheidsvereiste is in ieder geval voldaan indien de werknemer een arbeidsovereenkomst waarin een concurrentiebeding is opgenomen of enig ander geschrift waarin een concurrentiebeding als onderdeel van de arbeidsvoorwaarden voorkomt, heeft ondertekend, omdat de werknemer daarmee tot uitdrukking brengt dat hij heeft kennisgenomen van het concurrentiebeding zoals dat in schriftelijke vorm aan hem ter hand is gesteld en dat hij daarmee instemt”.
In dit arrest was het relatiebeding opgenomen in het personeelsreglement en niet in de arbeidsovereenkomst. De werknemer had het personeelsreglement nooit overhandigd gekregen bij het tekenen van de arbeidsovereenkomst. Daardoor was hij niet gebonden aan het relatiebeding.
Het relatiebeding moet worden opgenomen in de arbeidsovereenkomst of in een brief waarin wordt verwezen naar de arbeidsvoorwaarden. Daarbij geldt dat het relatiebeding alleen rechtsgeldig is wanneer de werknemer de arbeidsovereenkomst ondertekent of de brief waarin de verwijzing is opgenomen.
Is een relatiebeding alleen opgenomen in de CAO? Dan is de werknemer hier niet aan gebonden.
De werkgever doet er goed aan om het relatiebeding uitdrukkelijk te laten ondertekenen door de werknemer.
Ontslag en de werking van het relatiebeding
In het geval de werknemer is ontslagen op staande voet of ontslag neemt beëindigt de arbeidsovereenkomst en komt het relatiebeding ‘tot leven’. De werknemer ondervindt een beperking in het zoeken naar een nieuwe baan. In het geval de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd met wederzijds goedvinden doet de werknemer er goed aan om te onderhandelen over het weghalen van het relatiebeding. Met andere woorden, het nietig verklaren van het relatiebeding.
Komen de werkgever en werknemer er niet samen uit?
De rechter
De rechter kan het relatiebeding toetsen. Uit artikel 7:653 BW blijkt dat de rechter het beding in zijn geheel of gedeeltelijk kan vernietigen indien in verhouding tot het te beschermen belang van de werkgever, de werknemer door dat beding onbillijk is benadeeld.
De rechter dient een afweging te maken met inachtneming van alle omstandigheden van het geval.
De rechter kan het beding in zijn geheel vernietigen indien het beding niet noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. Hieruit blijkt dat de motivering van de werkgever een strenge toets moet doorstaan.
De zelfstandige zonder personeel
Een zelfstandige zonder personeel (hierna: ZZP’er) kan in zijn of haar werkzaamheden ook te maken krijgen met het relatiebeding. Bijvoorbeeld als de ZZP’er net voor zichzelf is begonnen en een relatiebeding is opgenomen in de arbeidsovereenkomst met de voormalige werkgever.
Het is opvallend dat voornoemde vereisten uit artikel 7:653 BW niet gelden voor de ZZP’er. Er is geen sprake van een verhouding die ziet op werkgever en werknemer. Dit betekent dat de algemene beginselen van het contractenrecht gelden en bij onenigheid de maatstaven van redelijkheid en billijkheid van belang zijn.
Juridische hulp nodig?
Wilt u als werknemer juridische bijstand ontvangen van een gespecialiseerde arbeidsrechtsadvocaat op basis van pro deo, omdat u het relatiebeding zou hebben geschonden? Neem gerust contact met ons op via 088 – 1810 380 of door het formulier in te vullen. Onze gratis advocaten arbeidsrecht bevinden zich door heel Nederland.